“We gunnen alle leerlingen W&T-onderwijs”

Bestuurders reflecteren op 10 jaar Wetenschap en Technologie op school
Dit jaar vieren we tien jaar ondersteuning van het KWTG aan basisscholen op het gebied van W&T-onderwijs. Sylvia Veltmaat (voorzitter College van Bestuur Flores Onderwijs), Marjolein Wenting (voorzitter College van Bestuur Stichting Samenwerkingsbestuur Paraat scholen) en Jacqueline Goedhart (projectleider KWTG) blikken terug én kijken vooruit. “We hebben mooie stappen gezet, maar we zijn er nog niet.”
Over de vraag wat de belangrijkste ontwikkeling in de afgelopen tien jaar was, hoeft Sylvia niet lang na te denken. “In 2012 zagen nog maar weinig mensen het nut van W&T in het onderwijs. Inmiddels is iedereen overtuigd van de meerwaarde.” Marjolein en Jacqueline sluiten zich daarbij aan. Jacqueline: “Dat komt omdat op alle lagen, van basisschoolleraren tot bestuurders en partners in de regio, het gesprek hierover is gevoerd. Marjolein voegt daaraan toe: “Alleen als je snapt waarom W&T zo belangrijk is, ga je ermee aan de slag. In die bewustwording speelde het KWTG afgelopen jaren een grote rol.”

Praten, doen en kijken
Bewustwording werd gecreëerd door te praten, maar nog meer door te doen. Jacqueline: “We organiseerden onder andere Expeditie Edison. Daarmee ervaarden leerkrachten zelf wat een onderzoekende en ontwerpende manier van leren oplevert. Na afloop zeiden ze allemaal: dit gunnen we onze leerlingen ook.” Naast zelf doen was ook kijken een goede manier om het belang van W&T-onderwijs te duiden.

Jacqueline: “Ik ging ooit met een groep drie naar het Fablab. Tegen de aanwezige leerkracht en directeur zei ik: ‘Het enige wat jullie hoeven te doen, is kijken naar jullie kinderen.’ Na afloop kwamen ze naar me toe en zeiden ze: ‘Wij zijn zo verkeerd bezig op school. We spreken kinderen continu aan op wat ze niet kunnen. Hier wordt gefocust op wat ze wel kunnen. Door aan te sluiten bij de nieuwsgierige en ontdekkende houding die kinderen van nature hebben zie je ze opbloeien, vragen stellen en enthousiast meedoen.’ Zodra dat zaadje was gepland begeleidden we scholen bij de te nemen vervolgstappen. De belangrijkste vraag daarbij was: wat heb jij nodig om in je groep met W&T aan de slag te gaan?”

Kleine stappen
Een van de mooiste ontdekkingen was dat veel leraren die met W&T aan de slag wilden, ongemerkt al veel op dat gebied deden. Jacqueline: “Ik kwam regelmatig op scholen die zeiden: we doen nog niks met W&T. Maar dan stonden er in de gang wel bewegende werkstukken uitgestald. En tijdens wereldoriëntatie mochten de kinderen vanuit hun eigen interesse naar een land kijken en daar verder mee aan de slag. Ze deden dus al aan onderzoekend en ontwerpend leren, alleen benoemden ze het niet op die manier. Om leraren bewust te maken van hun eigen handelen en wat ze al wel deden, liet ik een expert meekijken. Hij of zij maakte inzichtelijk waar een school stond. Vervolgens zochten we samen naar haalbare vervolgstappen en de juiste ondersteuning en begeleiding.”

Vraaggericht werken
De afgelopen jaren maakten ook duidelijk wat noodzakelijk is om als basisschool aandacht aan W&T te kunnen besteden. Marjolein: “Een inspirerende omgeving, zoals een (extern) technieklokaal, is heel belangrijk. Want daaruit ontstaat nieuwsgierigheid, en dat is de basis van onderzoekend en ontwerpend leren.” Sylvia voegt daaraan toe dat het ook essentieel is om niet aanbod- maar vraaggericht te werken. “Er worden tegenwoordig zoveel mooie W&T-lespakketten, -workshoppen en -materialen aangeboden dat leraren door de bomen het bos niet meer zien. Om echt resultaat te bereiken moet je aansluiten bij de vragen en wensen van de scholen.”

Duurzaam verankeren
De grootste uitdaging voor de toekomst ligt in het duurzaam verankeren van W&T in het curriculum. Marjolein: “Of er op een school aandacht aan W&T wordt besteed is nu vaak nog afhankelijk van het enthousiasme van een of twee leraren en de beschikbare tijd. Dat moet anders. W&T is net zo belangrijk als andere vakken.” Maar daarvoor is volgens Sylvia een grotere verandering binnen het onderwijs nodig. Sylvia: “Onze onderwijskwaliteit wordt vooral afgemeten aan de resultaten op de kernvakken. Als we die focus wat zouden verleggen ontstaat er meer ruimte voor onder andere W&T.”

Samenwerken
Om W&T net zo ‘belangrijk’ als bijvoorbeeld rekenen of spelling te maken, moeten we er continu op zoveel mogelijk plekken aandacht voor blijven vragen. Dat kost tijd en energie, maar het werpt wel z’n vruchten af. Marjolein: “Kijk maar naar de pabo van de Iselinge Hogeschool. Tien jaar geleden sprak daar nog niemand over W&T, nu is het vast onderdeel van de opleiding. Afgestudeerde leerkrachten en onderwijsassistenten nemen het weer mee de basisscholen in.” Wat ook goed is om te blijven benadrukken, is dat basisscholen er niet alleen voor staan. Jacqueline: “Om als school iets te bereiken heb je partners nodig. Daarom probeerden we vanuit het KWTG steeds de 350 scholen die we hebben ondersteund en alle partners uit ons netwerk aan elkaar te verbinden. Denk bijvoorbeeld aan het Watermuseum en MakerCosmos. Alleen samen kun je het verschil maken voor leerlingen.”

Experimenteer, reflecteer en leer
Sylvia, Marjolein en Jacqueline hebben er alle vertrouwen in dat de positieve ontwikkeling die de afgelopen tien jaar is ingezet, de komende tijd wordt vervolgd. Jacqueline benoemt daarbij nog wel een belangrijk aandachtspunt: “We zijn zo gewend om alleen naar het resultaat te kijken. Terwijl het bij W&T juist ook om het proces gaat. Ik hoop dat scholen zich daar bij de duurzame implementatie van W&T op focussen. Experimenteer, reflecteer en leer. Dáár zit de toegevoegde waarde. Voor zowel leerlingen als leraren.”